De helikopter nadert de rand van het plateau. Onder me glijden de dennen en jeneverbesbomen van het Kaibab National Forest

We kijken elkaar niet aan. We staren naar het tv-scherm. Niemand van ons zegt iets, verdwaasd en verslagen als we

De Japanse kerselaar staat er nog. Onwillekeurig doet de stam me, zelfs na al die jaren, denken aan een gerimpelde

Het computerscherm licht als een baken op in de duisternis. Blauwig, alsof het een spiegel is voor mijn gemoed. Ik

‘Belooft ge mij dat alles goed komt?’ Een zondagavond in april. In de tv-serie die ik bekijk, liggen een jonge

Ik klamp me vast aan de reling. Het witgeverfde ijzer voelt koud aan onder mijn handen. De wind rukt aan